Sonja ter Laag viert deze maand haar vijfentwintigjarig jubileum als professionele cameravrouw. Om twee redenen een opmerkelijke prestatie: er zijn in Nederland maar weinig cameravrouwen actief en weinig cameramensen houden het zó lang vol. Hoogtse tijd voor een interview met deze opmerkelijke vrouw.
Het is 1972 als Sonja zonder diploma de havo verlaat. Onder het motto ‘als je niet wilt leren, moet je maar werken’ biedt haar vader haar een baan aan. Hij is na zeven jaar als cameraman gewerkt te hebben voor het actualiteitenprogramma Televizier zelfstandig geworden en op zoek naar iemand die het geluid kan verzorgen. “Ik ben een beetje onder druk gezet. Het kwam hem goed uit, ook omdat er destijds niet veel geluidstechnici waren. Ik liep daar als achttienjarig meisje achter hem aan met een Nagra-bandrecorder. Een microfoonhengel hadden ze nog niet. Ik gebruikte een Sennheiser-microfoon MKH 416. Eigenlijk was het werk vrij eenvoudig, maar ik vond het vooral bere-interessant.”
Al na enkele maanden neemt haar vader haar mee op haar eerste reis naar Cherry Hill in Amerika. Daar moeten ze een reportage maken over Mohammed Ali voor Sportpanorama.Vlak daarna vliegt ze naar haar geboorteland Suriname voor een reportage voor De Ombudsman, om direct daarop voor Toppop een opname te draaien van zanger Demis Roussos op de Akropolis in Athene. “Voor die opnamen is een playbackmachine nodig, die niet eenvoudig te hanteren was. Ik begreep er niet veel van, maar mijn vader sloot alles aan, terwijl ik tijdens de opnamen genoot van het mooie uitzicht op Athene.” Het werk als geluidsvrouw blijft ze doen tot 1974. Daarna gaat ze zeven jaar op kantoor werken om in de avonden te studeren en haar havo-en vwo-diploma te halen.
“Toen ik in 1981 van het Avondcollege af kwam, was mijn broer Hans inmiddels ook al enige jaren als geluidsman werkzaam. Eerst bij mijn vader, later zelfstandig. Omdat mijn vader iemand nodig had en het bedrijf waar ik werkte failliet ging, ben ik weer aan de slag gegaan als geluidsvrouw. Ik vond dat eigenlijk een terugval na mijn laatste kantoorbaan, maar ik deed het toch. Het blijft immers een bijzondere wereld, waar deuren voor je opengaan die voor anderen gesloten blijven.”
Sonja besluit dan ook haar diensten aan te bieden als geluidsvrouw bij andere cameramensen, waaronder de bekende Hongaarse cameraman Lajos Kalános. In die beginperiode ziet ze een advertentie van de NOS voor een cameraman/vrouw in opleiding. Ze solliciteert.
Drama El Salvador
Wachtend op de uitslag van de sollicitatie voltrekt zich een drama. Broer Hans wordt, samen met drie collega’s, in maart 1982 vermoord terwijl ze voor de IKON verslag doen van de verkiezingen in El Salvador. Een dag later krijgt Sonja te horen dat ze is afgewezen bij de NOS.
“Het was een moeilijke tijd. Ik heb niet getwijfeld of ik definitief uit het wereldje zou stappen. Doorgaan met werken was op dat moment voor mij de beste therapie. Mensen wilden graag met me werken, ook omdat ze nieuwsgierig waren hoe dat nou zat met de risico’s die mijn broer en zijn collega’s hadden genomen. Door er veel over te praten bleef het allemaal heel dichtbij. Ik was zeven jaar uit het vak geweest, maar door deze gebeurtenis ontdekte ik steeds meer hoe het echt werkte in een cameraploeg. Ik werd me veel bewuster van alles. Daarbij werd mijn journalistieke interesse steeds groter. Het was ineens niet meer alleen maar met een microfoon of hengel achter een cameraman aanlopen. De maatschappelijke betrokkenheid die je krijgt met de onderwerpen die je filmt, werd steeds belangrijker. Ik bleef wel het gevoel houden dat ik het werk als geluidsvrouw niet zo heel interessant vond. Geluid moet goed zijn en is echt een vak, maar creatief kon ik me niet ontplooien en zag ik meer mogelijkheden met camerawerk. Ik ben het werk wel blijven doen, want een half jaar na mijn broer overleed ook mijn moeder en ik had tijd nodig om alles te verwerken.”
Oefening baart kunst
Het is 1985 als Sonja besluit dat het roer om moet. Ze wil cameravrouw worden. Ze praat met collega’s, zij moedigen haar aan. Ze geven haar een Arriflex SR II-filmcamera mee en wat restjes van filmrollen. Cameraman Arthur Valkieser geeft haar een paar oefeningen mee: het filmen van een treintje dat rondjes rijdt op een tafel, mensen in de stad met een grote telelens filmen, zwanen in een weiland filmen. “Ik dacht: dat doe ik wel even. Nou, mooi niet dus. Pas na veel oefenen was ik in staat om de scherpte goed bij te houden in combinatie met een mooi beeld.”
Haar eerste cameraklus krijgt ze bij het vijftigjarig bestaan van de Dakotaclub. vrijwillige cameramensen nodig om die dag in beeld te brengen. “Met een geleende camera en allemaal restjes filmrollen, want die waren nog heel duur om te kopen en te ontwikkelen, ben ik aan de slag gegaan. In Eindhoven zaten we met al die cameramensen en die blikken met filmrollen. Ik mocht een tripje maken naar Schiphol met een Dakota PH-DDA, hetzelfde vliegtuig dat later in de Waddenzee is neergestort. Die vlucht vond ik geweldig natuurlijk. ‘s Avonds moest ik nog het vuurwerk vastleggen. Ik deed alles op gevoel. Daags na het draaien werd ik bij regisseur Ruud Willemstein geroepen om de rushes te bekijken. Ik dacht: shit, het is niet goed gegaan. Maar Willemstein was juist zeer tevreden.”
Freelancer
Nog enthousiaster geworden door deze klus blijft Sonja oefenen totdat ze haar eerste echte opdracht voor de tv weet binnen te slepen.“In februari 1986 haalde ik filmrollen op voor een cameraman van de NOS.De producer vroeg me of ik een cameravrouw kende die zou willen filmen voor het programma Medelanders Nederlanders van Feduco. Uit pure bluf zei ik dat ik dat wel kon. Hij zei: ‘Dat is goed, ik bel je’.”
Ze wordt voor zes dagen geboekt en krijgt tevens te horen dat ze op het net geïntroduceerde videosysteem BVU moet draaien in plaats van op film.“Ik ben toen naar Lajos Kalános gegaan, hij had een ‘moderne’ buizencamera staan, een Sony BVP330AP. Die moest met een dikke multikabel worden verbonden aan de loodzware BVU-recorder. Ik werd in het diepe gegooid, maar het is allemaal goed gegaan. De regisseur, Romanina Mandricardo, merkte niets van mijn onervarenheid. Ik heb aan haar een goede vriendin overgehouden; deze maand vieren we samen ons lustrum.”
Sonja komt terecht in een mannenwereld. Er zijn op dat moment nog een paar andere cameravrouwen, maar die zijn op de vingers van één hand te tellen.“Mijn eerste opdracht was dan wel een programma over vrouwen door vrouwen, maar ik vond het juist een uitdaging om het werk te doen dat ook de mannen deden. Daar wilde ik serieus in worden genomen. Ik sprak een cameraman, een machotype, en die zei: ‘Als jij voor een gemiddelde cameraman door wilt gaan, moet je bovengemiddeld presteren’. Die opmerking heb ik altijd goed onthouden. En hij heeft gelijk gekregen.”
Omdat ze een vrouw is wordt Sonja in het begin niet gevraagd voor zware klussen, maar dat verandert in de loop der tijd. Door haar eerdere werk als geluidsvrouw voor de actualiteitenrubrieken Televizier, Brandpunt en Achter het Nieuws wordt ze regelmatig gevraagd om voor deze programma’s te draaien. “Dit waren mijn relaties. Zij boden mij een kans en dat werd een succes.”
Ze filmde demonstraties, maakte portretten en ging vier keer naar de oorlog in Joegoslavië. Dat laatste was spannend, omdat het daar gevaarlijk was voor journalisten.“Fons de Poel stuurde ons erheen.We hebben daar veel over gesproken, maar zowel de omroepen als ikzelf hadden veel geleerd van het drama in El Salvador.We waren dus erg voorzichtig.”
Het filmen gaat haar goed af, maar gemakkelijk is het niet. “In het begin heb ik mezelf overschat. Ik had de techniek nog niet onder de knie en kon nog niet goed denken in het eindproduct. Ik moest steeds heel erg nadenken over welke beweging ik wel en niet moest maken. Maar ik wist dit goed te verhullen en kon me door de jaren heen steeds meer op de inhoud richten.”
Bepakt en bezakt
In de jaren die volgen draait Sonja op volle toeren. Ze krijgt veel opdrachten en filmt bekende personen als Lucia de Berk, Edwin de Roy van Zuydewijn, Dick Berlijn,Wim Kok, Bill Clinton en Prins Willem-Alexander. Haar interesse gaat vooral uit naar human interest. Ze draait de documentaire Sam van de AVRO, maakt een reportage over het vernietigingskamp Sobibor en krijgt tal van andere klussen in opdracht van onder meer EenVandaag, Zembla, KRO Profiel, KRO Reporter, de IKON, de VPRO en de NTR.
Het werk als cameravrouw is zwaar, en dat komt met name door alle apparatuur die ze moet meesjouwen.“Behalve mijn Sony XDCAM PDW530 van elf kilo heb ik ook altijd vier Arri lights bij me, twee Dedo lights, twee softboxen, een Sachtler-statief, een uitklapbare dolly, geluidsapparatuur en toebehoren als kleur- en voorzetfilters en acculampjes.’
Het fysieke aspect van haar beroep is volgens Sonja ook een van de redenen dat er nog steeds weinig cameravrouwen zijn.“Het is lichamelijk zwaar en daardoor haken vrouwen af. Ik zou ze kunnen leren daarmee om te gaan. Je kunt het werk namelijk lichter maken. Als je tijdens het draaien heel betrokken en gedreven met het onderwerp bezig bent, raak je in een soort trance. Dan vergeet je het gewicht en kun je je voor honderd procent concentreren. Maar dat lukt alleen als je de techniek goed onder de knie hebt. Natuurlijk denk ik ook wel eens van tevoren: dat wordt lang lopen en het gaat pijn doen. Maar zolang je daar niet te lang bij stil blijft staan, gaat het goed. Verder haken er ook veel vrouwen af omdat het moeilijk is als vrouw je plek in deze mannenwereld te veroveren. Ik ben altijd mezelf gebleven en haal mijn voordeel juist uit mijn vrouwzijn. Dat komt in heel veel situaties en bij het filmen van bepaalde onderwerpen juist goed van pas. Als mensen mij zien, zien ze een cameraman met lippenstift.”
Nieuwe stap
Onlangs heeft Sonja een nieuwe carrièrestap gezet: naast haar camerawerk gaat ze cameratrainingen geven. “Cameravoering kun je leren. Ik zie heel veel filmpjes op internet, en die zijn gewoon niet goed gefilmd. Dat vind ik zonde. Om een boodschap beter over te laten komen, moet je weten wat je moet doen om het plaatje snel mooier te krijgen. Cameravoering is vooruit denken. Je moet kiezen wat je in beeld gaat brengen, en hoe."
"Techniek kun je oefenen, maar hoe je iets vastlegt en de keuzes die je dan maakt, dat is in elke situatie weer anders. Ik zie bij amateurs veel basale dingen fout gaan. Ze weten alles van techniek, maar bij het maken van een film gaat het er uiteindelijk toch om hoe je het vastlegt. Als dat niet goed is, wordt het geen goede film. Omdat video steeds belangrijker wordt, wil ik mensen graag leren hoe ze beter kunnen filmen. De middelen waarmee je filmt zijn voor mij minder belangrijk dan hoe je het doet. Want ook met een goedkope camera of een mobiele telefoon kun je het plaatje mooier maken door de manier waarop je filmt."
"Filmen is eerst heel goed kijken. Dat is aan te leren. Houd de camera vooral stil en zoom alleen in als het nodig is. Benader het onderwerp en film bijvoorbeeld een kind dat voor het raam zit niet tegen het licht in. Je ziet dan alleen een silhouet. Veel mensen maken een pan, gaan met de camera heen en weer of stoppen al als de beweging nog niet is afgemaakt. Voor de kijker is dat erg onrustig.”